Ontwikkelingen specialistische jeugdhulp
De gemeente Diemen heeft, net als veel andere gemeenten in Nederland, sinds 2018 te maken gekregen met tekorten op de jeugdhulp. In de begroting 2021 is € 6,25 miljoen opgenomen voor specialistische jeugdhulp. Naar aanleiding van verwachte overschrijdingen over het jaar 2021 is het budget bij de 4e kwartaalbrief incidenteel met € 750.000 opgehoogd. Het jaar 2021 is vervolgens met een overschrijding van € 900.000 afgesloten. Ongeveer 75% van deze overschrijding kan als structureel gekenmerkt worden.
In een Informatie van het College van 6 april over ontwikkelingen binnen specialistische jeugdhulp is de gemeenteraad geïnformeerd over een overschrijding van 1,2 miljoen euro binnen dit beleidsterrein. Na de accountantscontrole is echter gebleken dat het tekort lager uitvalt, namelijk 900.000 euro. Het verschil valt te verklaren doordat de reserve die was opgenomen voor late declaraties door zorgaanbieders nagenoeg niet ingezet hoefde te worden. Er wordt door de gemeente veel ingezet op het voorkomen van late declaraties en dit werpt zijn vruchten af. Zorgaanbieders blijken hun administratie afgelopen jaar beter bij te hebben gehouden.
Oorzaken van de overschrijding liggen bij over het algemeen bij de stijgende kosten van de jeugdhulp, een toename van het aantal cliënten, een toename van de complexiteit van de problematiek bij jeugdigen en een toename van het aantal jeugdigen dat voorheen binnen de Wet langdurige zorg (Wlz), Wmo of Kinderopvang werd geholpen. Over 2021 zien we verder voor Diemen specifiek dat het aantal cliënten en de kosten binnen de enkelvoudige jeugdhulp sterk is toegenomen. Binnen de meervoudige/complexe jeugdhulp is het aantal cliënten ongeveer gelijk gebleven, maar zijn de kosten wel toegenomen. Dit wordt verklaard door toenemende complexiteit binnen deze groep cliënten. Daarbij zijn er enkele uitzonderlijke situaties waarbij de complexiteit dusdanig hoog is dat dit tot zeer hoge kosten in een traject leidt. Dit raakt een kleine gemeente als Diemen buitenproportioneel hard. Deze kosten zijn niet vantevoren te voorzien.
Landelijke ontwikkelingen
De incidentele tegemoetkoming van het kabinet voor de periode 2019 tot en met 2021 is verlengd door eenmalig aanvullend € 300 miljoen beschikbaar te stellen voor het jaar 2022, zo is besloten in de Septembercirculaire van 2020. Op basis van het AEF rapport (€ 1,6 - € 1,8 miljard tekort gemeenten) heeft de VNG gesprekken gevoerd met het Rijk over een combinatie van structureel extra budget en maatregelen om de Jeugdwet financieel beheersbaar te maken. Voor 2021 heeft het Rijk bekend gemaakt incidenteel € 613 miljoen beschikbaar te stellen aan gemeenten voor het oplossen van de acute problematiek in de jeugdzorg. Dit bedrag komt bovenop de € 300 miljoen extra middelen. Het kabinet stelt voor vanaf 2022 € 1,314 miljard extra beschikbaar aan gemeenten ter compensatie van de tekorten in de jeugdzorg. Dat komt bovenop de eerder toegezegde € 300 miljoen voor dat jaar. Het verschil met de € 1,7 miljard die de arbitragecommissie naar aanleiding van het AEF rapport nodig vond, zit hem in de al eerder toegezegde € 300 miljoen extra en de maatregelen die gemeenten nemen om volgend jaar € 214 miljoen te besparen op de jeugdzorg. Om het jeugdhulpstelsel beter te laten werken en te zorgen voor meer financiele houdbaarheid zouden het Rijk, de VNG en de gemeenten aan een hervormingsagenda werken. Het nieuwe kabinet heeft het advies gekregen om vanaf 2023 het oordeel van de arbitragecommissie te volgen. Inmiddels is bekend dat er in het regeringsakkoord (wederom) een “besparing” op de jeugdhulp aan de orde is. Vanaf 2024 € 100 miljoen en vanaf 2025, structureel, € 500 miljoen. Op donderdag 13 januari hebben de leden van de VNG unaniem ingestemd om op deze manier niet verder te werken aan de hervormingsagenda.
Beheersmaatregelen
Er is en wordt veel in gang gezet met als doel kosten voor de jeugdhulp te beheersen, zoals een taakgerichte manier van bekostigen van de hoog-specialistische jeugdhulp per 2022, uitbreiding contractmanagement, bevorderen van meer (specialistische) hulp dichtbij om dure trajecten te voorkomen, onderzoeken naar (kosten)effectiviteit van preventieve en algemene voorzieningen en bestandsanalyses. De financiële beheersbaarheid op het terrein van jeugdhulp wordt als onderdeel gezien van het programma ‘grip en controle binnen het sociaal domein’.
We zijn als gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet, maar hebben niet alles in de hand. De brede wettelijke taken, de open einde regeling en de verwijzers die niet onder onze aansturing functioneren zijn complicerende factoren. De uitgaven blijven daarom een financieel risico vormen, mede als gevolg van een stijging in de aantallen jeugdigen en de complexe problematiek.