Kostendekkende tarieven

Afvalstoffenheffing

In 2021 bedroeg het tarief voor éénpersoonshuishoudens € 295,80 en het tarief voor meerpersoonshuishoudens € 373,00.

Totaal werd in 2021 een opbrengst afvalstoffenheffing van € 4.419.000 verwacht. Werkelijk is € 67.400 (1,5%) minder ontvangen. Dit betreft een minimale afwijking die niet verder is geanalyseerd.

Voor verpakkingsmateriaal en zwerfafval ontvangen we van de Stichting Afvalfonds een vergoeding. Deze was begroot op € 112.000. Werkelijk is € 162.000 ontvangen. Dat is € 50.000 meer dan begroot. De afwijking wordt vooral veroorzaakt door de eindafrekeningen van voorgaande jaren (€ 35.000).

Voor de egalisatie van het tarief afvalstoffenheffing is een egalisatievoorziening in het leven geroepen. Per 1 januari 2021 was deze voorziening leeg. In 2019 en 2020 moest dermate veel met de voorziening verrekend worden dat over die jaren in totaal een extra dotatie van € 297.000 heeft plaatsgevonden om de voorziening niet negatief te laten worden.

In 2021 is hetzelfde het geval. Nog steeds worden door de coronacrisis extra kosten gemaakt. Maar ook het invoeren van maatregelen voor betere afvalscheiding leidt tot hogere kosten. Als gevolg daarvan is in de 4^e kwartaalbrief 2021 een extra onttrekking van € 350.000 ten laste van de Algemene reserve begroot. Werkelijk is het nadeel van € 559.000. Om de voorziening alsnog niet negatief te laten worden is het verschil, € 209.000, ten laste van het rekeningsaldo gebracht.

Een deel van de extra kosten in 2021, € 354.000, is toe te rekenen aan de gevolgen van corona. Zo was er meer rest- en grof huishoudelijk afval. Dit leidde tot extra ophaalrondes en hogere verwerkingskosten. De kosten gerelateerd aan corona blijven ten laste van de algemene middelen.

De verrekening van de aanvullingen vanuit de algemene middelen, totaal € 502.000 (€ 297.000 in 2019 en 2020 en € 205.000 in 2021), aan de Egalisatiereserve

Afvalstoffenheffing zijn voor een deel meegenomen bij de bepaling van het tarief afvalstoffenheffing 2022 en maken deel uit van de tariefstelling in de begroting 2023.

Rioolheffing

Het tarief rioolbelasting bedraagt voor huiseigenaren € 212,65 per huishouden. In 2021 was een totaalopbrengst van € 3.286.600 geraamd. Werkelijk is er € 3.517.000 ontvangen. Dit is een een voor-/nadelig verschil van € 230.400 (7%). Oorzaak hiervan is een snellere oplevering van woningen dan verwacht.

De kosten voor onderhoud zijn in 2021 bijna € 100.000 hoger dan begroot. Met name door de aanschaf van pompen en hogere reparatiekosten als gevolg van het onderhoud zijn er extra kosten gemaakt.

Het hiervoor genoemde voordeel bij de opbrengsten verrekend met de hogere kosten leidt ertoe dat uiteindelijk €132.000 meer in de 'Egalisatievoorziening Riolering' is gestort dan begroot. Hiermee komt de 'Egalisatievooriening Riolering' per 31 december 2021 op € 3.15 miljoen.

Parkeren

Ondanks de coronacrisis zijn de parkeeropbrengsten niet teruggelopen. Sterker de opbrengsten zijn behoorlijk hoger dan begroot. In de primitieve begroting werd € 1.073.000 aan opbrengsten begroot, uiteindelijk is er € 1.375.000 gerealiseerd. De hogere opbrengst is ontstaan door enerzijds de hogere parkeeropbrengsten van mobiel parkeren en anderzijds de hogere opbrengsten van naheffingsaanslagen door de inzet van de scanauto.

De lasten bij parkeren waren hoger dan begroot. Door uitbreiding van de parkeerregulering zijn de kosten voor inhuur en onderhoud hoger. Ook zijn er 25 nieuwe parkeerautomaten aangeschaft.

Vanwege de verrekening van tweejaarlijkse vergunningen stond er oorspronkelijk een onttrekking van € 295.800 begroot. Gezien de meeropbrengsten is dit een onttrekking van € 137.500 geworden.

De 'Egalisatiereserve Parkeren' bedraagt per 31 december 2021 € 473.000. Bij de bepaling van de nieuwe parkeertarieven wordt rekening gehouden met deze ontwikkelingen.

Begraven

In 2021 is er een veiligheidsprobleem naar voren gekomen met de Islamitische graven. Door de huidige manier van begraven die het Islamitische geloof voorschrijft kunnen de graven in de loop ter tijd spontaan verzakken. Om dit te voorkomen bij de nog niet in gebruik genomen Islamitische graven, is er bij elk graf een betonnen bekisting aangelegd. Er is gekozen om dit in één keer te realiseren, omdat vanuit het Islamitische geloof een begrafenis binnen een dag plaats dient te vinden. Er is dan niet genoeg tijd om betonnen bekisting te maken en te plaatsen. De gemeente heeft de financiering van deze betonnen bekistingen voorgeschoten. De gemaakte kosten zullen per zullen per begrafenis terugbetaald worden. De verwachting is dat gemaakte kosten binnen twee jaar terugbetaald zijn.

In de 'Nota lokale heffingen 2014' is vastgelegd dat er jaarlijks € 50.000 vanuit de eigen middelen wordt toegekend aan de exploitatie van de begraafplaats. Om de hogere uitgaven te dekken heeft er een onttrekking plaatsgevonden van € 49.000 uit de 'Egalisatiereserve Begraven'. Hierdoor is per 31 december 2021 deze egalisatiereserve leeg. Er was naast de hier boven genoemde € 49.000 nog € 27.486 extra nodig uit de algemene middelen. Dat tekort is meegenomen in het rekeningsaldo 2021.

Omgevingsvergunningen

In 2021 zijn de opbrengsten € 754.000 hoger dan verwacht. Voor een deel, € 163.000, komt dit door de doorbelasting van kosten inhuur. Daarnaast zijn er aan het einde van het jaar nog enekel grote vergunningsaanvragen ontvangen. Die leveren een meeropbrengst op van € 237.000. Ook zijn er in 2021 hogere legesopbrengsten ontvangen bij Burgerzaken voor reisdocumenten en rijbewijzen, dit levert een voordeel op van € 320.000 ten opzichte van de begroting. De leges voor de algemene plaatselijke verordeningen waren € 34.000 hoger dan begroot.

De kosten bij bouwtoezicht en woningtoezicht zijn € 240.000 hoger door extra inhuur voor de nieuwe omgevingswet. Deze lasten zijn deels weer doorbelast aan derden.

Uiteindelijk is hierdoor € 22.000 met de 'Reserve Omgevingsvergunningen' verrekend. Dat is € 109.000 minder dan begroot. Per 31 december 2021 bedraagt de stand van de reserve € 1.307.000